Als jochie van negen bouwde Gerard ’t Hooft niet alleen zijn eigen vliegers, maar ontwierp hij ook ruimteschepen. In gedachten probeerde hij daarmee andere ruimteavonturiers – schrijvers van sciencefiction-boeken – voor te blijven. Tot hij erachter kwam dat zij vals speelden, door zich niet aan de natuurwetten te houden: ‘Als alles kan en mag, is sciencefiction eigenlijk niet leuk meer.’
Door Rob van den Berg