
In Italië en Zuid-Frankrijk (Fréjus) zijn tot nu toe zesentwintig fullonicae, vollerijen, opgegraven; ze zijn te herkennen aan de stenen nissen met ingebouwde kuipen, waarin kleren in urine werden vertrappeld, geschrobd en uitgewrongen, en baden waarin de wol werd schoongespoeld.
Door Theo Toebosch